Het moet een spectaculair gezicht zijn geweest. Een enorme kraan, die delen van het lab waarin je jarenlang hebt gewerkt, over het dak van het nieuwe laboratoriumgebouw takelt. Voor Valentina Ohm en haar collega’s van HZPC Research was het ook een euforisch moment, want hiermee kwam het einde van de verbouwingswerkzaamheden letterlijk in het zicht. “Mede door de corona-epidemie heeft alles langer geduurd dan gepland. Hoe aardig de bouwvakkers ook zijn, hoe goed er met ons rekening wordt gehouden, het geeft toch een stukje onrust, waar je op een zeker moment wel een keer van af wil. Wat dat betreft kan het nooit snel genoeg gaan.”

Met het wegtakelen van de oude labs kwam de ruimte zichtbaar voor de laatste fase van de verbouwing: de aanleg van een binnentuin. Die kwam er uiteindelijk in het voorjaar van 2025. “Eigenlijk had die er al eerder kunnen zijn, maar om praktische redenen is dat uitgesteld. Onder de grond van de binnentuin zit een grote stookinstallatie voor de researchkassen. Daar moest een andere pijp op. Maar daarvoor moest de installatie langdurig worden uitgeschakeld, wat niet handig is middenin het stookseizoen.”

Gefaseerd

De laatste verhuizing, naar de nieuwbouw, ging gepaard met een ware stoelendans, met tafels dan wel. “Waar we in het chromatografielab nog verwend waren met nieuw labmeubilair, was mede om duurzame redenen het plan om nu bestaand meubilair te gebruiken. Aangezien, we tijdens de hele verbouwingsperiode altijd hebben doorgewerkt was het direct verhuizen van eigen labtafels geen optie. De collega’s van moleculaire biologie kregen nieuwe tafels en zijn eerst overgegaan. De tafels die uit hun oude lab kwamen zijn vervolgens bij ons neergezet, zodat wij onze eigen tafels vrij konden maken voor de verhuizing. Op die manier zijn we stukje bij beetje overgegaan”, vertelt Valentina.

Alle monsters worden bij -80 °C bewaard in 50 ml buizen, die zijn geplaatst in 24-positie rekken.

Functionele ruimtes

Met 150 m2 vloeroppervlak is het instrumentele lab ruim bemeten. Hier staat veel apparatuur voor elementanalyse, met onder andere FTIR, XRF en TXRF, alsmede een Dumas-analyzer voor stikstof- en eiwitanalyse. Waar in de oude situatie monstervoorbewerking, wegen en instrumentele analyse nog in dezelfde ruimte plaatsvonden, zijn die nu fysiek gescheiden. Een welkome verbetering volgens Valentina. “Als we vroeger monsters gingen voorbewerken moesten we zo’n beetje het halve lab ontruimen en grote instrumenten afschermen om ervoor te zorgen dat er geen stof in de gevoelige en kostbare apparatuur kon komen. En als je klaar was, moest je alles weer terugzetten. Nu vindt de monstervoorbewerking –feitelijk het maken van aardappelpoeder– plaats in een aparte ruimte, waar je maar aan één kant kunt binnenkomen. Zo houd je het zand, de aarde en de aardappelresten in één gedeelte en kan je de rest van het lab daarmee niet besmetten. Dat is wel zo fijn werken.”

Nu vindt de monstervoorbewerking plaats in een aparte ruimte. Dat is wel zo fijn werken.

Gedeelde technische ruimte

In het nieuwe gebouw, waar QA op de begane grond is gesitueerd en moleculaire biologie op de eerste verdieping, is ook een technische ruimte gemaakt, die centraal tussen het QA-lab en het nieuwe gedeelte van het weefselkweeklab ligt. Hierin staan verschillende vriezers, vriesdrogers en een luchtbehandelingssysteem. “Eigenlijk alle apparaten die lawaai produceren en die niet per se op het lab hoeven te staan hebben we hier een plekje gegeven. Deze ruimte wordt, net als de labs, op een constante temperatuur gehouden. We proberen dat zo duurzaam mogelijk te doen, met hulp van onder andere een warmteterugwinsysteem en zonnepanelen op het dak.”

Met de aanleg van een binnentuin op de plek van enkele oude labs heeft HZPC Research dit voorjaar een meerjarig nieuwbouw- en renovatieproject van onder meer de researchlaboratoria afgerond.

Van kist naar kast

In het vriezerpark staan van QA momenteel twee staande -80 °C vriezers en twee liggende -80 °C vriezers. “We hebben lange tijd alleen maar liggende vriezers gehad. Maar toen ik al weer heel wat jaren geleden op een beurs langs de stand van een leverancier van Haier Biomedical liep is de kiem gelegd voor de eerste staande -80 van Haier”, vertelt Valentina. “Op basis van ervaringen bij mijn vorige werkgever was ik vrij sceptisch over staande vriezers. We hadden er drie, maar slechts twee stonden aan. De derde gebruikten we alleen om de monsters over te zetten bij het ontdooien van een van de andere twee. Een klusje dat we iedere maand moesten herhalen, want er zat altijd een enorm pak ijs in. Met een kist had je daar nauwelijks last van. De verkoper die mijn verhaal aanhoorde kwam met een ‘offer I couldn’t refuse’: een staande vriezer voor een lagere prijs dan de (goedkopere) liggende, de belofte dat het goed zou gaan met de ijsvorming en de garantie dan ik hem altijd zou kunnen omruilen voor een liggende. Er staan inmiddels twee staande vriezers bij ons, en ook twee bij fytopathologie, dus je zult begrijpen dat ze prima bevallen.”

Onlangs is een derde staande -80 °C vriezer van Haier Biomedical besteld. “Een van de -80 °C kisten kon niet meer worden gerepareerd. Aanvankelijk dachten we de monsters wel te kunnen verdelen over de twee staande vriezers, maar dat werkte niet efficiënt. Na goedkeuring voor de investering zijn we weer voor een Haier gegaan. Die bevalt zo goed dat het niet nodig is nog eens een rondje langs andere leveranciers te maken.”

 Lees de brochure over de ULT vriesoplossingen van Haier

Er staan inmiddels twee staande vriezers van Haier bij ons, en ook twee bij fytopathologie, dus je zult begrijpen dat ze prima bevallen.

Aardappelpoeder bij -80 °C

Alle monsters bij QA worden bij -80 °C bewaard. Dat heeft te maken met het zo statisch mogelijk houden van het monster, dat bestanddelen als enzymen in de loop van de tijd niet veranderen of degraderen. In de praktijk kan er namelijk best wat tijd zitten tussen monstervoorbewerking en de uiteindelijke analyses. Het aanbod van te analyseren aardappels hangt namelijk nauw samen met de oogst, terwijl de analyses het hele jaar door plaatsvinden. Voor het maken van de monsters wordt een aardappel in blokjes gehakt, die vervolgens worden gevriesdroogd. Malen levert een poeder dat tot aan de analyses in 50 ml buizen bij -80 °C wordt opgeslagen.

“Wij richten ons op het bepalen van de inhoudsstoffen van aardappelen. Dit in het kader van de ontwikkeling van aardappelrassen met nieuwe of verbeterde eigenschappen, het veredelingsproces waar alles bij HZPC Research om draait. Tijdens dit proces onderzoeken de verschillende afdelingen verschillende soorten eigenschappen. Onze collega’s van fytopathologie en moleculaire biologie kijken bijvoorbeeld naar eigenschappen als kiemkracht en resistentie tegen allerlei ziektes die worden geïnduceerd door schimmels, bacteriën, virussen of aaltjes. Aan de andere kant wil je ook selecteren op zaken als stevigheid, smaak en het gedrag van de aardappel in verwerkingsprocessen als koken en bakken. Voor die eigenschappen ga je de inhoudsstoffen van de aardappel uitpluizen. Een aardappel bestaat niet alleen uit zetmeel en water, maar er zitten ook allerlei eiwitten, suikers, mineralen en aminozuren in. Wij houden ons bezig met het ontrafelen van dat chemische spectrum en het bepalen wat die stoffen doen; wat voor effect ze hebben op welke eigenschappen”, licht Valentina toe.

Deel van het nieuwe QA-lab met onder andere FT-IR en XRF dat uitkijkt op de binnentuin.

Alles in rekken

QA werkt met 24-positie rekken voor de 50 ml buizen. Met circa 4000 analyses op jaarbasis levert dat best wel veel rekken op, die verdeeld zijn over de verschillende vriezers. Valentina heeft met haar collega’s een eenvoudig systeem ontwikkeld om daar overzicht in te houden. “We hebben verschillende proeven, die ieder een unieke naam hebben. Afhankelijk van het aantal rekken dat je voor zo’n proef nodig hebt, nummer je die door. En voor de zekerheid geven we ook nog het jaartal mee. Die rekken zetten we bij elkaar. Dat werkt goed, zeker met een klein team als het onze, en natuurlijk de nodige discipline van eenieder.”

Ook voor de nieuwe TXRF en de Dumas-analyzer is ruim plek in het vorig jaar opgeleverde deel van het QA-lab voor monstervoorbewerking en spectroscopie.

Het nieuwe chromatografielab is al sinds 2021 in gebruik.

Eigen LIMS

Waar aanvankelijk nog de informatie met een stift op de buis werd aangebracht, is inmiddels een systeem ontwikkeld met stickers, die naast een barcode ook tekstuele informatie bevatten, zodat je ook zonder gebruik van de barcodescanner weet om wat voor soort monster het gaat. “Het stiftenverhaal speelde toen we nog maar enkele honderden monsters per jaar analyseerden. Inmiddels heeft dat zo’n vlucht genomen, dat we zijn overgegaan naar centrale registratie in een LIMS. Vanuit dit LIMS, dat twee jaar geleden door een collega van de afdeling statistiek is gebouwd, kunnen we via een Brady-printer stickers uitprinten met de barcode en tekstuele informatie. Ook kunnen we nu via het LIMS het monster vanaf inwegen volgen in het analytisch proces, zodat de processen optimaal gestructureerd verlopen.”

Het LIMS wordt voor steeds meer analyses gebruikt. “Aanvankelijk was de functionaliteit beperkt tot de monstervoorbewerking. Inmiddels zijn ook de GC/MS-, LC-MS-, XRF- en FTIR-systemen gekoppeld. Door de koppeling van alle apparaten aan het LIMS wordt nu alle data op een centrale plek bewaard en is die goed toegankelijk. Dat hebben we tijdens de verbouwing toch maar mooi met z’n allen voor elkaar gekregen!”