Paaseitjes bij de Kerst: daar kijkt niemand van op bij SGS Food Analytics
Een team van een kleine 60 analisten en laboranten is bij SGS Food Analytics in het Brabantse Oosterhout bijna dag en nacht in de weer om een enorme verscheidenheid aan vooral voedingsmiddelen op allerhande pathogenen te testen. De afdeling Microbiology Preparation neemt het hele voortraject voor zijn rekening, van monsterinname tot incubatie van de geprepareerde petrischalen. Voor section leader Anouk Kievit en haar collega’s is geen dag hetzelfde.


Anouk Kievit, section leader Microbiology Preparation bij SGS Food Analytics kan met de -80 °C vriezer van Haier Biomedical weer vertrouwen op een stabiele bewaartemperatuur voor de referentiematerialen.
Bij de monsterinname van SGS Food Analytics in Oosterhout waan je je in een kleine supermarkt. Koekjes, chocolaatjes, cakebodems, tortilla’s, groentes en in de koeling pizza’s, vlees, vis en worst. Je zou er zo je dagelijkse boodschappen kunnen doen. “Dat is natuurlijk niet de bedoeling!”, lacht Anouk Kievit. “Dergelijke voedingsmiddelen krijgen we dagelijks binnen om te analyseren op pathogenen. Dat gaat in veel gevallen om producten, die al zijn verpakt, en gereed om te worden geleverd aan de supermarkten. Maar ook vanuit productie en de retail krijgen we verzoeken om producten te controleren, want overal in de keten moet de kwaliteit en veiligheid zijn geborgd.”
Als section leader Microbiology Preparation heeft zij een goed beeld van de nieuwste trends in voedingsland. “Veel van wat je nu in de supermarkten kunt kopen wordt al maanden eerder geproduceerd, zeker bij producten die in een bepaalde periode massaal de weg naar de consument vinden. Elk jaar rond Kerst is er bij ons een hausse aan chocolade paaseitjes en andere lekkernijen die rond Pasen in de winkels liggen. Maar ook de Kerst kondigt zich al ruim van tevoren aan, met afgelopen jaar veel gourmetschotels.”
Health & Nutrition
Food Analytics maakt binnen SGS deel uit van de divisie ‘Health & Nutrition’ en voert in dat kader ook microbiologische analyses uit op watermonsters. “We verwerken om en nabij 200 Legionella ’s per dag, veelal uit watermonsters. Ook daar is net als bij de voedingsmiddelen een grote variëteit: water uit koeltorens, hotels, zwembaden, dierentuinen tot zelfs het spoelwater van de tandarts.”
Monsters worden op allerlei manieren aangeleverd. Eigen monsternemers worden veelal ingezet bij monsters, waarbij je je aan strikte ISO-genormeerde procedures moet houden. Veel monsters, worden opgehaald door de logistieke dienst van SGS, opgestuurd via de post of een koerier, of door de klant zelf afgegeven. Het werkgebied is vooral Nederland, maar materiaal uit België, Frankrijk en zelfs Polen en Italië zit ook regelmatig in de monsterstroom.

De voorraad petrischalen is immens. Door ook bijna alle media in de eigen mediakeuken te produceren hoeven analisten (of de robot) nooit mis te grijpen.
Strakke routing
Eenmaal in het lab doorlopen de monsters bij de afdeling Preparation een vast omlijnde route voor de monstervoorbewerking, die voor de vaste monsters wat uitgebreider en bewerkelijker is dan de watermonsters. Beide routes eindigen in een van de incubatoren, waaruit medewerkers van het pathogenlab de petrischalen halen voor analyse op de aanwezigheid van pathogene micro-organismen.
De eerste stappen in de monstervoorbewerking betreffen het homogeniseren van het monster en het inwegen. Vervolgens wordt het monster verder verwerkt door middel van decimale doorverdunningen, die worden uitgeplaat op de petrischalen. Daarna worden ze gegoten met medium. Als dat is gestold kunnen de petrischalen de incubator in. Daarvan zijn er verschillende, met specifieke temperaturen en condities die zijn afgestemd op de ideale groeiomstandigheden voor de eventueel aanwezige pathogeen die moet worden aangetoond.
Voor de watermonsters is er een andere route. Die worden eerst over een membraan gefilterd waarna het residu na verschillende behandelingen wordt uitgeplaat op een petrischaal, die vervolgens in de incubator wordt geplaatst.
Meer dan de usual suspects
Bij de watermonsters ligt de nadruk op bevestiging en serotypering van verschillende Legionella species, maar ook E.coli, Coliformen en Enterococcen worden regelmatig aangevraagd. Bij de voedingsmonsters is het palet breder, met onder andere ((sub)species van) Salmonella, Listeria, E.coli, Coliformen, Clostridium, Enterobacteriën, Staphylococcen, alsmede meer globale parameters als aëroob kiemgetal, gisten en schimmels.
Het aanvraagregime is deels seizoensgebonden en hangt ook samen met incidenten. “Zo tegen de zomer als zwembaden en zo weer opengaan hebben we altijd een stijging van het aantal monsternames voor Legionella controle. Dat was extreem in coronatijd, toen we van bijna nul naar plots een enorme piek gingen toen alles weer open ging. Pieken zien we ook als er een probleem is in een fabriek met Salmonella, of bij een besmetting van een andere bacterie die dan gevonden wordt. Dan komt er vaak een periode van intensieve hygiënemonitoring achteraan.”

Sinds ruim een jaar draait er in Oosterhout een robotsysteem voor het geautomatiseerd maken van doorverdunningen, het gieten van de media en het uitplaten.
Geen dag hetzelfde
Incidenten kondigen zich niet van tevoren aan, en voor het reguliere inkomende materiaal is dat niet veel anders. “We hebben veel verschillende klanten. Die gaan echt niet een week van tevoren zeggen van we gaan maandag dit aanleveren. De ene dag kunnen we 800 monsters binnen krijgen; de volgende dag kunnen het er wel 1500 zijn. Daarbij komt dat we ruime openingstijden hebben. Koeriers of klanten kunnen tot 9 uur in de avond aanleveren, en zelfs daarna komen er via onze eigen logistieke dienst nog monsters binnen vanuit de verschillende depots in Nederland. Het is soms een hele puzzel om dat in te plannen, zeker omdat we een naam hoog hebben te houden met onze snelle doorlooptijden. Klanten willen immers zo snel mogelijk weten of een product goed is. Dus is het zaak dat we altijd voldoende mensen hebben die zijn ingewerkt voor de verschillende werkstations, met passende bevoegdheden voor het werk dat we onder accreditatie uitvoeren”, vertelt Anouk.
De ene dag kunnen we 800 monsters binnen krijgen; de volgende dag kunnen het er wel 1500 zijn.
Hechte samenwerking
Samen met collega sectieleider Dorota Dyk, van Microbiology Pathogen, managet Anouk de hele microbiologie-afdeling. “Tot voor vijf jaar was er één leidinggevende voor microbiologie. Met toen nog zo’n 50 medewerkers was de ‘span of control’ dusdanig groot dat is besloten om die functie op te splitsen in twee sectieleiders. In nauwe samenwerking managen wij nu het hele team. We hebben dus wel een duidelijke afbakening op de werkvloer in het voorbewerkingslab en het pathogenenlab, maar samen is het nog steeds één microbiologie afdeling.”
Dat maakt het ook gemakkelijk om waar nodig personeel tussen de twee afdelingen uit te wisselen. “Vandaag was er iemand bij Pathogen ziek naar huis gegaan. Omdat dit werk niet kon wachten heb ik in mijn team iemand gezocht om daar te gaan helpen, en de planning iets aangepast. Wel iemand natuurlijk met de juiste kwalificaties. We streven er naar dat analisten zoveel als mogelijk taken van allebei de secties kunnen uitvoeren. Helemaal is een utopie. Ik ben zelf vanuit inmiddels tien jaar ervaring behoorlijk allround, maar kan toch niet alles. Dat heeft ook te maken met bevoegdheden, die je regelmatig moet actualiseren.”

Inmiddels is een tweede Haier vriezer aangeschaft, voor het bewaren van de isolaten van klanten.
Binnen drie kwartier
Anouk ziet het als haar dagelijkse missie om processen te optimaliseren, werkwijzes te verbeteren. Naast grotere efficiency en betere kwaliteit is ook het werkplezier van de medewerkers een belangrijke driver. “De doorlooptijd van de monsters is bij Preparation altijd een punt van aandacht. Het traject tussen homogeniseren en incuberen willen we binnen 45 minuten hebben afgelegd. Dat is onder andere mogelijk door de robot. De analisten moeten wel met dat soort nieuwe apparatuur uit de voeten kunnen, dus zijn ze altijd nauw betrokken bij de procesimplementatie.”
Om geen kink in de kabel te krijgen in het analytisch proces moet voor 100% kunnen worden vertrouwd op ondersteunende faciliteiten, zoals -80 °C vriezers.
Altijd feedback
Sowieso wordt input van de analisten gestimuleerd en serieus genomen. “We hebben dagelijks een ochtendmeeting, in de middag een overdrachtsmeeting en in de avond/nacht wordt er een rapport verstuurd door de late dienst of de nachtdienst. Op die manier weet iedereen precies wat er is gebeurd, wat er nog gedaan moet worden. In de ochtendmeeting vraag ik ook altijd naar verbeterideeën: suggesties voor een nieuw apparaat, een aanpassing in de werkwijze, nieuwe technieken. Ze zijn vrij om dat tijdens de meeting te melden, maar mogen het ook op een blaadje schrijven. Wij komen altijd met feedback, of het nu een goed idee is of iets waar we op dit moment geen ruimte voor hebben.”
Meer monsters verwerken
Om de nog steeds groeiende monsterstroom te kunnen verwerken zet SGS stevig in op automatisering. Paradepaardje wat dat betreft is een robotsysteem voor het maken van doorverdunningen, het gieten van de media en het uitplaten. Dit systeem draait nu circa een jaar in Oosterhout en is custom made gemaakt voor deze locatie. “Bij onze zusterbedrijven in Spijkenisse en Antwerpen hadden ze al een dergelijk systeem. Op basis van hun ervaringen hebben we de robot voor onze werkwijze geoptimaliseerd. Waar lopen ze daar tegenaan? Wat is dan handig voor ons? Het heeft wel wat extra tijd gekost in de projectvoorbereiding om alles goed af te stemmen en te implementeren, maar inmiddels werkt het systeem naar onze wens. De robot is nu vol in productie en neemt veel repetitief werk uit handen van de laboranten.”
Betrouwbare vriezers
Om geen kink in de kabel te krijgen in het analytisch proces moet ook voor 100% kunnen worden vertrouwd op ondersteunende faciliteiten, zoals -80 °C vriezers. “We zetten iedere dag eerstelijns controles in. Die worden gedaan op referentiematerialen, in ons geval gevriesdroogde bacterieculturen, die in een -80 °C vriezer bewaard worden. Het is belangrijk voor de kwaliteit van die culturen dat de temperatuur stabiel is. Daar was op een bepaald moment geen sprake meer van met de vorige vriezer; die was ondanks enkele reparaties een beetje de weg kwijt. We konden er feitelijk niet meer op vertrouwen”, vertelt Anouk.
Gegeven de mindere ervaringen was het niet echt een optie om weer een vriezer bij dezelfde leverancier aan te schaffen. “Via Hettich Benelux zijn we bij Haier Biomedical uitgekomen, die ook de groot-formaat vriezers hebben die wij nodig hebben. Deze draait nu al een tijdje op het lab en werkt prima. Er zit ook een systeem in dat de temperatuur continu monitort. Uit de data blijkt dat de vriezer heel stabiel is. Bijkomend voordeel is dat hij makkelijk is in onderhoud. En het energieverbruik is met zo’n 8 kWh per dag echt laag, wat mooi aansluit bij de duurzame missie van SGS. Inmiddels hebben we een tweede Haier vriezer aangeschaft, voor het bewaren van de isolaten van klanten. De vriezer bij Pathogen raakte vol, dus hadden we extra vriescapaciteit nodig. Daarbij blijft het niet wat SGS betreft, want ik geloof dat mijn collega in Spijkenisse zich ook aan het oriënteren is op een nieuwe -80. Ik heb wel een tip...”